Paard & Huisvesting
De huisvesting van het paard is erg belangrijk. Een paard moet voldoende beweging, ruwvoer, water en contact met soortgenoten hebben. Er zijn veel verschillende soorten van huisvesting.
Paardenbox
De meest bekende vorm van huisvesting is een paardenbox van bijvoorbeeld 3,5 bij 3,5 meter waar een paard apart in staat. Een paardenbox biedt, als het goed is, een droge, schone ligplaats met voldoende ventilatie en licht. Vaak zit er in de wand tussen de stallen een klein stukje met spijlen of overal spijlen zodat de paarden elkaar kunnen zien en kunnen snuffelen. Vaak worden paarden die in een paardenbox staan overdag in een paddock of weide gezet, zodat ze toch even vrij kunnen bewegen.
Inloopstallen
Inloopstallen zijn stallen die aan een paddock grenzen en het paard de keuze geven binnen of buiten te zijn. Het biedt veel frisse lucht en bewegingsruimte. Dat bootst meer de natuur na, maar je moet er dan wel voor zorgen dat ze bijvoorbeeld niet in een dikke modderlaag staan. Paarden hebben het niet zo snel koud, zolang ze maar voldoende ruwvoer ter beschikking hebben. Want bij de spijsvertering komt warmte vrij.
Insecten en felle zon zijn vervelender voor paarden dan regen. Het is daarom altijd fijn als er in de wei een schuilmogelijkheid is of als er langs de wei bomen of struiken staan voor beschutting. Verder is het belangrijk dat alle paarden, zeker als ze 24 uur per dag buiten zijn, droog kunnen liggen. Is je paard of pony gevoelig voor staart- en maneneczeem, leg dan zo snel mogelijk een insectendeken op. Gaan ze eenmaal schuren, dan ben je al te laat.
Paddock paradise
Een paddock paradise is een looppad om je weides heen waar de paarden het hele jaar rond in kunnen blijven lopen. Het lopen wordt gestimuleerd door op verschillende plekken voer, water en beschutting aan te bieden. In een paddock paradis is hooi of ander ruwvoer de hoofdvoeding van je paard en wordt de grasinname meestal beperkt. Voor paarden die gevoelig zijn voor gras of hier snel dik van worden is dit ideaal.
Groepshuisvesting en loopstallen
Voor grotere 'vaste' groepen paarden is een loopstal heel geschikt. Dit is een grote gemeenschappelijke ruimte die paarden behalve sociaal contact ook meer bewegingsvrijheid biedt. In de opfokperiode verhuizen fokmerries en jonge paarden 's winters vaak naar een loopstal als de weide te drassig wordt. Verschillende kleine groepen paarden kunnen ook in een gemeenschappelijk onderkomen verblijven. Dit is ook een soort loopstal, onderverdeeld in meerdere ruimten, zoals een eet- en liggedeelte, zodat de paarden gestimuleerd worden om meer te bewegen.
Weidegang
In Nederland krijgen vooral groepen jonge paarden in de opfokperiode volledige weidegang, maar elk paard kan in principe dag en nacht in de weide worden gehouden zolang hij maar kan schuilen tegen regen,wind en zon. Controleer je wei voor de zekerheid op giftige planten zoals jacobskruidskruid, vingerhoedskruid, taxus en spruiten van de esdoorn. Weidegang is de meest natuurlijke huisvesting, maar niet altijd mogelijk. In dat geval zijn er verschillende andere mogelijkheden.
Laat je paard langzaam wennen aan het gras in het voorjaar
Als de lente begint en de wei weer droger wordt en het gras weer begint te groeien gaan de paarden vaak weer op de weide. Paarden zijn planteneters met een lang en gecompliceerd maag-darmkanaal. Ze zijn daardoor gevoelig voor rantsoenwisselingen en daarom is het belangrijk om veranderingen voorzichtig in te voeren. Laat paarden langzaam wennen aan de wei om diarree, koliek en hoefbevangenheid te voorkomen. Geef op stal eerst hooi en begin met een uurtje weidegang per dag. Bouw dat rustig op, bijvoorbeeld met een kwartier of half uur per dag. Stripbegrazen is ook een optie. De wei wordt dan met een draadje afgezet zodat de paarden niet teveel vers gras tegelijk binnen krijgen. De draad verzet je dan iedere dag een stukje.
Fructaan gehalte in het gras
In koude nachten in het voorjaar ligt de stofwisseling van het gras deels stil. Komt die weer op gang, dan wordt er fructaan (suiker) geproduceerd. Paarden kunnen niet goed tegen teveel fructaan. Zo is uit onderzoek gebleken dat er een verband is tussen hoog fructaangehalte in gras en hoefbevangenheid. Hoeveel fructaan er in het gras zit hangt af van bijvoorbeeld de temperatuur, de lichtintensiteit, het type gras en de bemesting.
Er is een online fructaan-index die een indicatie geeft van de mogelijke hoeveelheid fructaan in het gras. De voorspelling wordt gemaakt aan de hand van de temperatuur en de hoeveelheid zonneschijn. Hierbij wordt géén rekening gehouden met factoren als het soort gras, de beschikbaarheid van voedingsstoffen en water, maar het geeft je wel een idee over het risico op een hoog fructaangehalte.
Op gewicht blijven
Het is altijd belangrijk om in de gaten te houden of je paard niet te dik of te dun wordt. Een sober ras als een Fries, IJslander of Shetlander wordt al snel te dik in een matig goede wei, terwijl een sportpaard soms juist niet genoeg energie kan opnemen. Als paarden voor hun voedsel volledig afhankelijk zijn van de wei, hebben ze, afhankelijk van de omstandigheden, 0,4 tot 0,8 hectare per volwassen paard nodig.
Water
Zorg voor voldoende drinkwater. Een automatische drinkbak in de wei is het mooiste, maar een veilige drinkbak voldoet ook. Controleer dagelijks of er voldoende water is en ververs het water minimaal 2x per week. Een oude badkuip als drinkbak is niet geschikt: een grote hoeveelheid stilstaand water is een broedplaats voor muggen.
Bron: website KNHS